Dit reflectieverslag is gebaseerd op mijn presentatie: Wereldwijd op de vlucht voor de module groepsdynamica.
Nadat ik het filmpje heb teruggekeken en mijzelf heb zien presenteren vond ik dat er meerder dingen goed en minder goed gingen . In het begin van mijn presentatie is te merken in de opname dat ik zenuwachtig was. Dit was duidelijk te horen in de eerste paar zinnen omdat ik steeds dezelfde woorden herhaalde. Naarmate ik presenteerde gingen mijn zenuwen voorbij en sprak ik vlotter. Ik vond van mezelf dat ik gedurende de hele presentatie rustig en duidelijk sprak. Ik heb normaal de neiging om weleens te snel te gaan praten, maar ik vind dat het deze keer een stuk beter ging. Het oogcontact wat ik heb gemaakt, vond ik goed gaan. Ik kreeg als feedback dat ik onzeker overkwam omdat ik telkens naar dezelfde persoon aan keek. Zelf vind ik dat wel zenuwachtig overkwam, maar niet onzeker want ik kende mijn tekst goed van buiten. Verder vind in dat ik voldoende naar iedereen heb gekeken. Ik denk dat ik het nog wel kan verbeteren door iedereen iets langer aan te kijken, zodat het verhaal sterker overkomt. Tijdens de presentatie is ook te zien dat er verschillende keren vragen werd gesteld en dat ik daar spontaan op kon antwoorden. Deze beide punten zijn terug te zien tijdens de gehele presentatie. Wat ik zeker op heb gepeild tijdens mijn voorbereiding is zo weinig mogelijk naar mijn tekst te kijken. Het is te zien dat ik amper naar mijn blad keek die ik vast had.
Wat ik minder goed ging is mijn houding. Mijn houding vond ik over het algemeen rustig, maar misschien ook iets te rustig. Door ook mijn houding iets actiever te maken, kom ik op het publiek ook zelfverzekerder over en dan hebben zij ook het gevoel dat ik van plan ben om hen ergens van te overtuigen. Verder vond ik ook dat ik veel stopwoorden gebruikte tijdens de presentatie.
In het algemeen ben ik zeer tevreden met mijn presentatie. Ik heb tijden het bekijken van de opnames zaken gezien die ik al wist van mezelf en die ik niet wist. Zo wist ik van mezelf dat ik iemand ben die rustig praat. En dat ik voldoende interactie heb met het publiek. Punten die ik zeker in de toekomst wil ontwikkelen is mijn zinsbouw letten. En Als tweede punt wil ik mijn houding verbeteren. Ik wil er zelfverzekerder bij staan, waardoor ik het gevoel heb dat mensen ook echt naar mij zullen luisteren. Dit betekent dat ik wil leren hoe ik mijn handen moet houden. Als ik een blaadje in mijn handen kan houden, weet ik hoe ik mijn handen moet houden. Maar zodra ik niks kan vasthouden, weet ik niet waar ik mijn handen moet laten. Ik ga dan vaker aan mijn haar zitten, of vouw ze in elkaar. Hierdoor neem ik een gesloten houding aan en kom ik zenuwachtig over.
Groepsontwikkeling
In de beginfase was ``de drang om actief te oriënteren en te verkennen`` te herkennen in onze groep. Het leiderschap werd niet onmiddellijk door een persoon genomen. Dit kwam vooral doordat iedereen in de groep veel wist over het thema. Daardoor was het moeilijk voor één persoon om het leiderschap op zich te nemen. De voorbereiding tijdens de lessen waren vooral bedoelt om deadlines vast te Leggen en te brainstormen. Hierbij kwamen verschillende voorstellen aan bod. Wanneer er iemand niet akkoord ging met het voorstel van een ander, durfde diegene dat ook te zeggen. We waren erg kritisch tegenover elkaar. Een voorbeeld hiervan is toen Samira vond dat het deel van asielprocedure niet paste bij het thema. Ik legde haar uit waarom het wel bij paste. De groep ontwikkelde zich elke les steeds naar een optimum.
Cohesie
Bij onze groep was er volgens mij meer sprake van een taakcohesie. Het kwam door de opdracht die we kregen en dat we samen zaten in een groep. Elke groepslid koos voor het thema migratie, omdat het ons allemaal aanspraak. Iedereen heeft zich ingezet voor de opdracht die we kregen. Naarmate dat we meer spraken met elkaar, durfde we ook over andere zaken te praten die niet over de opdracht gingen. Dat maakte ons als groep sterker en we leerden zo elkaar beter te kennen. Er was duidelijke en aantrekkingskracht in onze groep te zien. We konden elkaars werk aanvullen en gebruik maken van de informatie die een ander had. Het positieve aan onze thema was dat we zo breed konden gaan als het om migratie ging. Het negatieve eraan is wel dat we niet konden afwijken van onze thema.
Groepsnormen
De groepsnormen was vooral gericht naar een open communicatie en wederzijds respect. Achteraf gezien hebben we als een hechte groep dat enorm nageleefd.
Groepsrollen
Ik was de persoon die de groepstaak vooruithielp. Ik zorgde ervoor dat mijn taak op tijd klaar was. Verder gaf ik ook extra informatie aan mijn groepsleden die ik had gevonden. Een procesgericht persoon ben ik niet, omdat ik geen geduld heb als het werk niet voorruit gaat. In andere groepswerken heb ik ook gehoord dat ik een taakgerichte persoon ben. Een voorbeeld hiervan is voor de module oriëntatie en praktijk. Hier heb ik ook van mijn groepsleden gehoord dat ik een taakgericht persoon ben. In onze groep was Joos de persoon die gemixte rollen had. Hij kon goed structuur in het groep brengen, zodat wanneer iemand afwezig was toch direct mee kon volgen. Wouter was eerder taakgericht zoals ik en Samira meer proces gericht en ze zorgde er ook voor dat het groepsklimaat voorruit ging. De rol die ik had, paste volkomen bij mij. Een rol als die van Joos, had ik ook wel gewild.
Groepscommunicatie
We hadden samen besloten om thuis onze opdrachten te maken. Hierdoor verliep de communicatie ook grotendeels via Messenger. Zowel op Messenger als tijdens de extra voorbereidingen in de les hadden we respect voor elkaars voorstellen en meningen. Communicatie verliep in het algemeen rustig in onze groep. Er was gelukkig geen sprake van storingen. Iedereen heeft genoeg inzet getoond. Sommige van ons waren eerder zwijger en andere praten liever. We konden elkaar mooi aanvullen met verschillende aspecten. Wouter was in het begin wat stiller, maar nadat hij zich op zijn gemak voelde, bloeide hij steeds open.
Macht
Er was niet echt sprake van macht in onze groep. Wel was er te zien dat sommige groepsleden meer structuur in de opdracht brachten zoals Joost. Hij maakte ook de prezi voorstelling. Hij vroeg telkens aan iedereen of ze hulp nodig hadden . Doordat kan ik zeggen dat er geen conflict in onze groep is ontstaan.
Tot slot
Naar eigen zeggen heb ik me goed ingezet voor de groep en heb ik er alles aan gedaan om de opdracht tot een goed einde te brengen. Ik heb verschillende keren van mijn groepsleden gehoord dat ik goed ben in structuren brengen in een tekst en dat ik veel nuttige informatie had. Dat zijn zaken waarin ik me wel kan vinden, aangezien ik erg gestructureerd ben. Er waren ook werkpunten die ik zeker in de volgende groepswerk wil vermijden. Zo moet ik meer procesgericht persoon worden en meer mijn tekst herlezen om fouten in de perzi te vermijden.