Een ‘Kotten’ of ‘Kate’ was de naam van eenvoudige woonhuis of een werkplaats aan de rand van een dorpsgemeenschap. Meestal werden ze bewoond door ‘Kottern of Kötter’ wiens huisvesting een vorm van hun loon uitmaakte. Vgl. kotten met het Engelse ‘cottage’ en Schotse ‘cotter’
‘Kötter’ waren dorpelingen die een ‘Kotten’ bezaten. Het waren dagloners en werkten voor de landeigenaren in en rond het dorp. ‘Kötter’ waren in Duitsland al bekend vanaf de 14e eeuw
De ‘Kotten’ werden door gegeven aan de ‘Erbkötter’, de erfgenamen van de ‘Kötter’. Door de bevolkingsgroei in de 15e en 16e eeuw waren velen gedwongen een ‘Kotten’ verderop in de ‘Mark’ (graafschap) te zoeken. Deze mensen werden ‘Markkötter’ genoemd, dus de benaming voor een ‘Kötter’ in de graafschap.
Een andere schrijwijze van Kötter is Köter. Hier komt waarschijnlijk ons woord keuterboertje vandaan.
Er bestaat een Autodealer Markötter voor Volvo, Land Rover, Peugeot en Opel in Ostwestfalen. Misschien een afstammeling van de kötters.