Deze tekst gaat over mijn ervaring met schrijven. Ik neem jullie mee naar mijn verleden tot het heden.
In de basisschool is alles begonnen.
Dertien jaar geleden ben ik met mijn gezin geïmmigreerd van Monzabique naar België. Het was in Oudenaarde waar ik mij eerste woorden in het Nederlands geleerd had.
Mijn eerste schooldag in de basisschool was op 26 september 2005. Ik herinner mij nog goed dat de leerkracht op mij wachtte aan de schoolpoort. In de klas hingen verschillende woorden zoals maan, zon… Mijn eerste zin die ik geleerd had, was: ik heet Adelia en ik ben 9 jaar. Verder heb ik in die week ook verschillende woorden leren schrijven en spreken. Ik had het vooral moeilijk om sommige woorden uit te spreken. Daardoor moest ik logopedie volgen.
Bij de logopediste leerde ik nieuwe woorden kennen. Wij trainde ook op mijn uitspraak. Ik had vooral moeite met de klinkers oe, ie , e . Het komt omdat deze klinkers anders wordt uitgesproken in het Portugees. Ik ging twee keer per week naar de logopedie. Op woensdagnamiddag had ik 1 uur en dertig minuten logopedie en op donderdag had tijdens de middagpauze dertig minuten logopedie. Ik moest ook elke week boeken lezen om mijn schrijftaal en spreektaal te evolueren. In totaal heb ik 5 jaar logopedie gevolgd.
In de basisschool vond ik het niet leuk om te schrijven. Ik deed het niet graag, omdat ik veel woorden niet juist kon schrijven. Zeker spelling vond ik niet leuk. Elke week leerden we nieuwe spellingswoorden. De week erachter kregen wij toets van die woorden. Ik had bijna altijd een onvoldoende voor spelling. Wanneer de leerkracht de punten voor spelling hardop zei, voelde ik mij slecht. Vaak wist ik dat ik een onvoldoende had.
Ook werkwoorden vervoegen kon ik niet goed. Bij de logopedie maakte ik werkwoorden oefening. In de klas maakte wij elke week werkwoorden oefeningen. Ik had vooral moeite met de verleden tijd te vervoegen. Ik maakte in de klas regelmatig extra werkwoorden oefening op de computer.
Elke jaar organiseert de Davidsons in Rollegem-Kapelle en Ledegem de Junior Journalist wedstrijd. Enkel de leerlingen uit het zesde leerjaar mogen participeren. Onze school deed in 2010 mee aan die wedstrijd. De thema van die jaar was word een muziekreporter. Mijn opstel ging over dat ik Beyonce geïnterviewd had. Natuurlijk maakte ik dt en zinsbouw fouten, maar die werden gelukkig verbeterd door de leerkracht. Het was de eerste keer dat ik zon belangrijke schrijf opstel geschreven had. Het was een verrassing toen ik in de top twintig zat, van de best geschreven opstellen. Ik was zeer trots op mij zelf dat ik een prijs had gewonnen.
Nog steeds niet geëvolueerd?
In het middelbaar moesten wij 5 keer per semester boeken lezen en daarvan een boekbespreking maken. Ik las graag boeken, maar ik schreef niet graag verslagen over het boek. Ik schreef niet graag verslagen, omdat ik veel werkwoorden en zinsbouw fouten maakte. Net als in de basisschool had ik moeilijkheden met schrijven.
Niet opgeven
Momenteel lees ik meer kranten en boeken. Ik les meer omdat, ik stage volg op een school. Ik volg stage in de grenslandscholen te Menen afdeling okan( Onthaalklas Anderstalige Nieuwkomers). Okan is voor leerlingen die in België zijn aangekomen en die nog niet genoeg Nederlands begrijpen. Ik vind het belangrijk om op de juiste manier te verslagen te schrijven op mijn. Bovendien ben ik ook een aanspreek punt voor de jongeren. Op mijn stage weten zij dat ik moeilijkheden heb met schrijven. Ik heb hen de eerste stage dag meegedeeld. Zij konden het begrijpen.
In de les rapportage durf ik vaak niet luidop antwoorden te zeggen. Het komt, omdat vaak denk dat ik fouten ga maken. Ik ben wel blij dat ik rapportage heb, zodat ik mijn schrijfvaardigheden kan verbeteren. Mijn strijd met het witte blad zal denk ik eeuwig zijn, maar ik geef niet op.
Zo, ik heb in een en halve pagina mijn schrijf ervaring geschreven. Ik ben begonnen in het verleden en ben geëindigd in het heden. Hopelijk wist ik jullie te boeien met mijn tekst.