Zoals voor zovele grammaticale vragen in de Duitse taal is er ook voor dit onderwerp geen regel. Enkel een paar ezelsbruggetjes:
Algemeen zijn er meer werkwoorden die geen vorm van zelfstandig naamwoord hebben dan die die het wel hebben.
singen, gucken, machen, tun
Er onderscheiden zich 3 vormen:
Stam van het werkwoord:
anfangen = der Anfang
laufen = der Lauf
fischen = der Fisch
beginnen = der Beginn
Gelijk aan het werkwoord:
essen = das Essen
lernen = das Lernen
kochen = das Kochen
denken = das Denken
Afgeleide vorm van het werkwoord:
springen = der Sprung
fließen = der Fluß
ziehen = der Zug
fliegen = der Flug
Deze ezelsbruggeltjes kun je ook gebruiken om te weten of een zelfstandig naamwoord mannelijk, vrouweljk of onzijdig is. Let wel, dit is geen regel.
Stam van het werkwoord eindigt op t = vrouwelijk
arbeiten = die Arbeit
antworten = die Antwort
mieten = die Miete
Stam van het werkwoord eindigt niet op t = mannelijk
besuchen = der Besuch
gewinnen = der Gewinn
fallen = der Fall
tanzen = der Tanz
Zelfstandig naamwoord is gelijk aan werkwoord = onzijdig
stehen =das Stehen
gehen = das Gehen
malen = das Malen
reden = das Reden
Probeer er je voordeel mee te doen maar nogmaals: het blijven ezelsbruggetjes!