Om het dan maar helemaal op een rijtje te zetten hier een (vertaald) uittreksel van de diminutivos = verkleiningsvormen in de Spaanse taal:
De meest voorkomende Spaanse verkleinwoord achtervoegsels zijn -ito en -cito samen met hun vrouwelijke equivalenten, -ita en -cita. In theorie kunnen deze achtervoegsels worden toegevoegd aan vrijwel elke naamwoord, en zij worden soms gebruikt met adjectieven en bijwoorden. De regels zijn niet altijd duidelijk over welk achtervoegsel wordt gebruikt, de tendens is dat woorden op
-a,-o of -te door het droppen van de laatste klinker en het toevoegen -ito of -ita, het verkleinwoord vormen, terwijl -cito of
-ecito wordt toegevoegd aan andere woorden.
Ook vaak gebruikt als verkleiningsvorm zijn -illo en -cillo samen met hun vrouwelijke equivalenten -illa en -cilla. Andere verkleinwoord achtervoegsels omvatten -ico, -cico, -uelo, -zuelo, -ete, -cete, en
-ino samen met hun vrouwelijke equivalenten. Veel van deze achtervoegsels zijn meer populair in sommige gebieden dan anderen. Bijvoorbeeld, de –ico en -cico eindes zijn heel gebruikelijk in Costa Rica, en de bewoners gaven de bijnaam Tico's als gevolg.
Volgens deze uitleg zou het verkleinwoord van museo dan zijn: museito (zoals Yancito opmerkte)