Het Deense woord småtræt wordt vooral in spreektaal gebruikt. De wortel van het woord is 'træt' = moe. Het voorvoegsel små = klein, dus småtræt betekent letterlijk 'kleinmoe', d.w.z. 'een beetje moe' of 'halfmoe'.
Andere voorbeelden zijn: småfuld (een beetje dronken), småirriteret (een beetje geïrriteerd).