Het woord Steak voor Braten is in het Duits algemeen ingeburgerd
Hier zijn enkele rundvleessoorten zoals je ze bij de slager bestelt:
Beefsteak = biefstuk
Rumpsteak = lendestuk
Roastbeef = rosbief
Rindsfilet = ossenhaas
Tournedos = tournedos
Kasseler Schulter = sucadelapje*
Hacksteak = biefstuk tartaar
Filetbeefsteak oder Lendchen oder Rindfilet = biefstuk van de haas
T-bone steak = T-bone steak
Karree oder Rippenstück = runder sparerrib of ribstuk
Rindsschnitzel = runderlapje of schnitzel
*Als je Kasseler Schulter in een restaurant bestelt dan is dat meestal Kasseler Rippchen en is een gerookt stuk ribvlees.