Un gîte = un lieu où l'on peut passer la nuit – een onderkomen voor de nacht. Het woord gîte wordt ook in de Nederlandse taal gebruikt en staat in de lijst van Nederlandse woorden als Frans leenwoord.
vb. offrir un gîte à ··· = iemand een onderkomen / onderdak bieden voor de nacht
un gîte rural - chambre que l'on peut louer à la campagne = een gastenkamer op de boerderij