flaky = vlokkig, schilferig, geschubd (bijvoegelijk naamwoord)
maar ook = geschift, onbetrouwbaar
You are a flaky person = je bent een onbetrouwbaar persoon of
You are completely flaky = je bent kompleet geschift
Flake = vlok, schilf, schub (zelfstandig naamwoord)
zoals in corn flakes = maisvlokken