Juist is overtuigd met een D
Ben je er van overtuigd dat je overtuiging je niet in de weg zit?’
je = persoonsvorm
ben overtuigd = gezegde waarvan
ben = hulpwerkwoord
overtuigd = voltooid deelwoord
Om te weten of het voltooid deelwoord met een t of d geschreven wordt, zet je denkbeeldig het werkwoord in de verleden tijd, dus (..even denken......) ik overtuigDe
dus overtuigd met een d aan het eind.
We hebben er een half uur over geklets t of d?
Verleden tijd = wij kletsTen, dus gekletst met een t
enz. enz.