A = naar (een bestemming)
vamos a casa = we gaan naar huis.
Zondag gaan we naar opa en oma = Domingo vamos a abuelo y abuela
Hacia = richting
We gaan naar het noorden = Vamos hacia el norte
Vanaf nu draaien we naar het zuiden = A partir de ahora giramos hacia el sur.
hacia atrás = naar achteren
hacia abajo = naar beneden
hacia arriba = naar boven
hacia adelante = naar voren
'Hacia' verwijst ALTIJD naar een bepaalde richting.
'A' KAN naar een richting verwijzen of algemeen gebruikt worden.