1. Quien no ama su trabajo, aunque trabaje todo el día es un desocupado.
Wie niet van zijn werk houdt blijft een werkeloze, alhoewel hij de hele dag werkt
2. El trabajo es una invasión de nuestra privacidad.
Werken is een inbreuk op onze privacy.
3. Pensar es el trabajo más difícil que existe. Quizá sea ésta la razón por la que haya tan pocas personas que lo practiquen.
Denken is het zwaarste werk dat er is. Misschien is dit de reden waarom er zo weinig mensen zijn die het beoefenen.
Ik weet er ook nog één::
Werken is een onaangename onderbreking van de vrije tijd
El trabajo es una interrupción desagradable del tiempo libre