Kan iemand mij zeggen wat het moet zijn:

Question

Ik heb een oefening gemaakt en ik krijg niet de antwoorden dus help mij alstubieft voor de goede antwoorden te vinden.
Ik maakte ontkennende zinnen, deze waren fout:

Ik heb niet het boek van Inneke bij me.
Zo'n man is tegenwoordig niet te vinden.
Hij heeft niet een huis aan de gracht.
Katja is niet een goede vriendin.
Haar broer is niet een dokter, hij is leraar.

Wat moet de antwoord zijn?

Answer 1

Ik denk dat dit de juiste schrijfwijze is. Om zeker te zijn zou ik de vraagstelling moeten zien + de originele zinnen.

Ik heb het boek van Ineke niet bij me.
Zo een man is tegenwoordig niet te vinden.
Hij heeft geen huis aan de gracht.
Katja is geen goede vriendin.
Haar broer is geen dokter, hij is leraar.

Comments

Vraagstelling is Russisch je hebt daar niets aan, originele zinnen zijn:

Ik heb .... van Inneke bij me. (het boek – книга, bij me – со мной)

Zo'n man is tegenwoordig ... te vinden. (zo'n man – такой мужчина, tegenwoordig – в настоящее время, сейчас)

Hij heeft ... aan de gracht. (aan de gracht – на канале)

Katja is ... vriendin. (de vriendin – подруга)

Haar broer is ..., hij is leraar. (haar broer – ее брат, de leraar – учитель)

Misschien niet duidelijk, sorry voor Russische tekst. Ik moest het mee kopiëren.

Waarom zeg je: geen?

---

Je gebruikt 'niet' als een ontkenning van een werkwoord
Je gebruikt 'geen' als een ontkenning van een zelfstandig naamwoord.

vb. van niet: hij wil niet werken, zij wil niet stofzuigen, de kinderen zagen de auto niet aankomen. Hier worden de werkwoorden ontkent !
vb van geen: hij heeft geen fiets, zij heeft geen stofzuiger, de kinderen zagen geen auto aankomen. Hier worden de zelfst. naamwoorden ontkent !
Dus:
Ik heb .geen boek. van Ineke bij me. (het boek ontkennend)
Zo'n man is tegenwoordig .niet. te vinden. (vinden is ontkennend)
Hij heeft .geen huis. aan de gracht.
Katja is .geen. goede vriendin.
Haar broer is .geen dokter., hij is leraar. (haar broer, de leraar)