Angesichts = aangezien, vermits, daar
Angesichts kan wel degelijk gebruikt worden voor aangezien. vb. Angesichts seine Krankheit wollte er nicht arbeiten = aangezien hij ziek was wilde hij niet werken.
In de Duitse taal gebruik je 'angesichts' voor een zelfstandig naamwoord. In het Nederlands voor een werkwoord.
In jouw zin is het dus wel correct in het Nederlands maar niet in het Duits. Moet zijn: Er wollte nicht gehen, da er krank war.